‘Als werkgever kun je verschil maken in de duurzame keuzes van je werknemers’

Fenna: “En minder auto’s maken wijken leefbaarder, schoner en groener.” Wat er volgens haar voor nodig is om minder auto te rijden? “De alternatieven moeten comfortabel en goed zijn. Als een weg onveilig is, stuur je je kind niet op de fiets naar school. Dat houd je niet vol. Dan kies je toch voor de auto.” De definitie van duurzaamheid heeft volgens Fenna dan ook twee kanten. “Aan de ene kant betekent duurzaam: zo min mogelijk CO2 en fijnstof uitstoten. Maar het is ook: dat je iets lang kunt volhouden.”

Als werkgever kun je verschil maken door werknemers te motiveren om duurzaam vervoer te kiezen. Investeer bijvoorbeeld in mobiliteitshubs, noemt Fenna. “Op zo’n plek kunnen werknemers overstappen van het ene naar het andere vervoersmiddel. Dus bijvoorbeeld van de trein naar deelfietsen, elektrische deelscooters of bakfietsen.”

Ook lokale overheden kunnen helpen. Wat al succesvol blijkt, zijn doorfietsroutes. Dat zijn een soort snelwegen voor de fiets, die steden en dorpen met elkaar verbinden. Bijvoorbeeld Arnhem en Nijmegen. Fenna: “Daardoor is het woon-werkverkeer op de fiets landelijk van 20% naar 25% gestegen. Terwijl auto’s nog steeds genoeg ruimte hebben, blijkt uit onderzoek.” Werkgevers en gemeentes kunnen ook samenwerken door te zorgen voor shuttlebussen. Bus Rapid Transit werkt goed, stelt Fenna. Dat zijn snelbussen tussen woon- en werklocaties.

De kantoren van Nationale-Nederlanden zijn op loopafstand van het openbaar vervoer. Hoe Nationale-Nederlanden duurzaam reizen verder stimuleert bij eigen werknemers? Maurice: “Je kunt kiezen voor een NS Business Card, die je ook privé mag gebruiken. Woon-werkkilometers kun je ook declareren als je lopend of fietsend naar kantoor gaat. Er is een aantrekkelijk fietsplan. En de leaseauto’s zijn vanaf 1 januari 2026 allemaal elektrisch.”

Daarmee speelt Nationale-Nederlanden op tijd in op ​​​​​​​strengere wetten en regels​​​​​​​. Dat geldt voor veel bedrijven en fabrieken, ziet Fenna. Vanaf 2035 kun je in de Europese Unie geen benzine- of dieselauto’s meer kopen. En steeds meer gemeentes hebben zero-emissiezones. Daar kom je met een bestel- of vrachtauto op brandstof niet meer in.

Maurice merkt in gesprekken dat veel werkgevers graag willen overstappen naar elektrisch rijden. “Dat is het probleem niet. Maar het elektriciteitsnet kan het op veel plekken in Nederland nog niet aan. Daar ligt een taak voor de overheid.” Hij ziet wel dat grote bedrijven hun planning vaker op elkaar afstemmen. En het elektriciteitsverbruik verdelen, zodat het net niet overbelast raakt. “Niet alle bedrijven hebben van 9 uur ’s ochtends tot 5 uur ’s middags energie nodig. Soms kan de productie ook ’s avonds of ’s nachts plaatsvinden.”

Wat Maurice bij particuliere autobezitters opvalt? “Veel mensen denken dat een elektrische auto niet ver kan rijden. Terwijl het bereik enorm toegenomen is. De nieuwste generatie elektrische auto’s kan tot wel 600 of 700 kilometer rijden.” Ook zijn er steeds meer betaalbaardere elektrische auto’s. Daarmee kun je zo’n 400 kilometer rijden. “In Nederland is dat meer dan genoeg”, geloven Maurice en Fenna. De kennis over het rijbereik is dit jaar trouwens wel toegenomen. Dat blijkt uit het onderzoek dat Markteffect namens ons deed.

Waar verder verwarring over bestaat? De kwaliteit van het accupakket van een tweedehands auto. Gaat die wel lang genoeg mee? Nederlanders zijn namelijk gek op tweedehands auto’s. Maar een tweedehands elektrische auto vinden veel mensen nog spannend. “Daarom ontwikkelen we bij Nationale-Nederlanden een soort garantie op het accupakket. Gaat die kapot zonder dat je hier zelf invloed op had? Dan ben je gedekt voor de hoge kosten van het herstel. Zo geven we klanten meer zekerheid.”

Fenna Plaisier, Natuur & Milieu

Verzekeraars kunnen een belangrijke bijdrage leveren, volgens Maurice. “We willen in 2050 netto-nul uitstoot hebben. Om dat te bereiken, heeft Nationale-Nederlanden allerlei tussendoelen. In 2030 moet de zakelijke portefeuille 26% minder emissies uitstoten dan in 2022. Ook bij de particuliere auto’s streven we naar minder uitstoot per auto.”

Een kilometerverzekering kan daarbij helpen. Daarmee betaal je minder als je ook minder rijdt. “Zo motiveren we mensen om de auto te laten staan.” Want volgens Maurice werken financiële prikkels het allerbest als je gedrag wilt veranderen.

Om die reden is hij een voorstander van rekeningrijden. Dan betaal je extra voor het gebruik van een weg. Bijvoorbeeld op een druk tijdstip, tussen 7 en 8 uur ’s ochtends. “Zo spreid je de drukke momenten. Als werkgever speel je daar een rol in door flexibel te zijn in werktijden. Al is dat natuurlijk niet voor alle banen een optie.”

Fenna heeft tot slot nog een suggestie. “Wat als je nou met meerdere mensen een auto kunt kopen? Zoals vrienden of buurtgenoten? En daar dan ook voor verzekerd bent? Samen verantwoordelijk zijn voor een auto doet veel voor de sociale binding in een wijk.”

Maurice erkent dat het systeem hier nu nog niet op is ingericht. Volgens de wet moet een auto altijd één eigenaar hebben. Wat wel uitkomst kan bieden, is de Leenautoverzekering van OHRA. “Hiermee ben je verzekerd als je schade rijdt in de auto van een ander. Zo zadel je je vrienden – of in jouw geval je buurman – niet op met een hogere premie. Maar een auto volledig delen met vrienden of buren is een richting die we zeker moeten onderzoeken.”

“Mensen doen weleens lacherig over auto’s delen”, zegt Fenna. “Alsof dat nooit gaat werken. Maar ga eens honderd jaar terug. Toen waren al die wegen en tankstations er ook nog niet. Dat heeft miljarden gekost. Het is een keuze geweest om ons land in te richten op de auto. Maar we leven nu in een andere wereld. Met klimaatverandering, een vieze lucht en drukke wegen. Dus nu zijn er andere keuzes nodig.”